top of page

Ik ben Michael Zilo. Ik kom oorspronkelijk uit Liberia. Vanwege de oorlog Liberia zijn mijn ouders, mijn zusje en ik in 1989 naar Sierra Leone gevlucht. We hebben daar ongeveer 12 jaar in een vluchtelingenkamp gewoond. Vluchtelingenkamp Waterloo in de buurt bij Freetown.

Tijdens ons verblijf daar brak de burgeroorlog in Sierra Leone uit. Als gevolg van de oorlogshandelingen zijn mijn moeder en mijn zusje om het leven gekomen.

​

Toen ik heel jong was heb ik polio gekregen. Mijn moeder heeft mij verteld dat ik wel was ingeënt voor polio maar dat de vaccinatie niet heeft gewerkt.
Ik heb altijd heel moeilijk kunnen lopen, maar ik kon mij wel redden. Tijdens de oorlog in Sierra Leone heb ik ook te maken gekregen met lijfelijk geweld en daardoor is mijn handicap verergert.

​

In 2002 ben ik met mijn vader teruggegaan naar Liberia. Kort na onze terugkomst in Liberia brak daar ook weer oorlog uit. Ik ben mijn vader kwijtgeraakt en ik heb kunnen vluchten naar Nederland.
In Nederland ben ik geopereerd aan mijn been. Dit was nodig omdat ik nauwelijks kon lopen. Ik ben hier ook gerevalideerd en ik kan mij nu weer redelijk goed redden.

​

Tijdens mijn verblijf in Nederland heb ik geprobeerd om informatie te krijgen over wat er met mijn vader was gebeurd. Dit is helaas niet gelukt.

​

December 2013 ben ik naar Sierra Leone gegaan om vanuit daar te proberen informatie over mijn vader te krijgen. Ik ben eerst gegaan naar het vluchtelingenkamp in Waterloo (wat nog steeds bestaat en waar voornamelijk Liberiaanse vluchtelingen wonen). Daar hoorde ik al heel snel dat mijn vader 5 jaar geleden is overleden. Hij is overleden in het kamp waar hij weer naar terug was gegaan.

​

De informatie over mijn vader had ik snel gekregen en daarom had ik tijd over om naar Freetown te gaan. Daar zag ik al heel gauw de hele slechte situatie waarin gehandicapten zich bevinden.
Daar kan je niet omheen als je in de stad ben. Mensen wonen op straat, bedelen, ze hebben kinderen die niet naar school gaan. Ze hebben geen hulpmiddelen die ze vanwege hun handicap eigenlijk nodig hebben.

​

​

​

​

​

​

Ik ben in gesprek gekomen met een aantal jonge gehandicapten. Een jongen vertelde dat hij leefde in een groep met andere gehandicapten. Ze leven in een groep om elkaar te steunen. Ze komen aan geld door te bedelen. Ze wonen met z’n allen in een oude busstalling.
De jongen heeft mij meegenomen naar de groep, die zichzelf de naam “The House of Jesus for the Disabled” hebben gegeven. De groep bestaat al vanaf 1992 en bestond in het begin uit 6 mensen. Ook toen al hielden ze zich in leven met bedelen.

​

De groep bestaat inmiddels uit 120 personen. De meeste zijn gehandicapt maar er zijn ook gezonde kinderen bij. De groep bestaat uit 45 vrouwen, 30 mannen, 15 bejaarde mensen en 30 kinderen.
Het grootste deel van de mensen heeft een handicap als gevolg van polio. Er zijn ook een 6 jonge mensen die in de oorlog een verminkt zijn en een been of arm moeten missen.
Er is een mevrouw, met 3 jonge kinderen, die een zeer ernstige vorm van elefantiasis heeft aan een been.

​

Ik heb kennis gemaakt met deze mensen en mij er over verbaasd in welke slechte omstandigheden de mensen leven. De meeste mensen zijn door hun familie verstoten. Ze zijn echt op elkaar aangewezen en zo overleven ze ook.

​

Ongeveer 5 jaar gelden heeft de groep van de Sierra Leoonse overheid een stuk grond in Grafton toegewezen gekregen. Dit ligt ongeveer 50 km van Freetown. Het is de bedoeling dat ze zich daar vestigen en wat gaan doen met de grond. Behalve het stuk grond hebben ze echter geen middelen gekregen om iets te kunnen doen met de grond. Daarom wonen ze nog steeds in de oude busstalling in Freetown.

​

Ik voel me heel erg betrokken bij deze mensen. Ik zie iedere keer voor me dat als ik niet de mogelijkheid had gekregen om naar Europa te vluchten ik een van deze mensen had kunnen zijn en in dezelfde situatie zou hebben geleefd. Ik ben met ze gaan praten om duidelijk te krijgen wat de groep wil en wat ze er voor nodig hebben.

​

De mensen willen heel graag iets gaan doen met het stuk land. Ik ben daarom naar de gemeente van Freetown gegaan en heb de groep als organisatie laten registreren. De mensen hebben zelf nooit de financiële middelen gehad om dit te doen.
Ze willen graag wonen op het stuk grond, er huisvesting bouwen en het land gaan bewerken.
Dit is de basis waarmee ze beginnen. Ze willen graag selfsupporting worden en van daaruit hun gemeenschap verder opbouwen. De kinderen gaan bijvoorbeeld niet naar school, en veel van de oudere mensen zijn nooit naar school geweest. Ze willen dus onderwijs realiseren.

​

Ik heb heel veel met de mensen gepraat en ook gesproken over het feit dat de kinderen bedelen. Dat dit niet goed is, dat de kinderen kind moeten kunnen zijn. Dat ze wat moeten leren, dat ze moeten kunnen spelen. Dat er ook met eenvoudige middelen mogelijkheden zijn om wat geld te verdienen.
Ik heb bijvoorbeeld kappersspullen gekocht zodat ze geld kunnen verdienen met haar knippen. Ik heb een naaimachine gekocht zodat ze kleding kunnen maken en repareren. Ik heb stof gekocht die ze kunnen verven en daar kleding van kunnen maken.

​

Een van de jongens speelt nu o.a. voetbal met de kinderen. Hij hoeft niet meer te bedelen omdat ik de kappersspullen voor hem heb gekocht.


Ze hebben ook een soort dagprogramma opgesteld. Dat ziet er nu als volgt uit:
- Ochtendgebed
- Voetbaltraining voor de kinderen, jongens en meisjes

 

Andere activiteiten waarmee ze bezig zijn:
Kleding maken, potten en pannen van metaal maken, meubels repareren.
Met sommige dingen wordt al een beetje geld verdiend zodat er soms minder hoeft te worden gebedeld.

​

Ik wil de groep graag steunen en wil vanuit Nederland proberen hier mensen voor dit project te interesseren.

​

Een van de eerste dingen die ik wil proberen te realiseren is hulpmiddelen te vinden waardoor de mensen weer meer mobiel worden en ze ook meer kunnen doen.

​

Op dit moment is er nodig:
Ongeveer 60 rolstoelen en bijna iedereen in de groep heeft ook wel krukken nodig.


Daarnaast is het nodig dat er plannen ontwikkeld gaan worden om het land bewoonbaar te maken. Zowel huisvesting als bewerken van het land. Ik heb toen ik daar was een computer gekocht voor de groep. Ze kunnen mij nu op de hoogte houden van de ontwikkelingen. Een van de jongens van de groep heeft een aantal jaren middelbaar onderwijs gevolgd en hij is de plannen die de groep heeft over hoe huisvesting eruit zou moeten zien aan het uitwerken.

 

Het is heel belangrijk om daar niet te lang mee te wachten omdat Grafton een groeiende plaats is en de groep bang is dat hun land wordt ingenomen. Ze zijn ook bang dat de regering het land weer terugvordert omdat de groep er al zo lang niets mee heeft gedaan. De Sierra Leoonse overheid heeft samen met de Chinezen een goede weg aangelegd van Freetown naar Waterloo. Grafton ligt niet ver van deze hoofdweg en er is ook pas een weg vanaf de hoofdweg aangelegd naar Grafton. Het wordt nu heel aantrekkelijk voor mensen en bedrijven om zich hier te vestigen.

​

Ik zoek dus organisaties die mij willen steunen bij het realiseren van een betere toekomst voor deze groep vergeten gehandicapten.

Ik zoek organisaties die mij willen steunen bij het realiseren van een betere toekomst voor deze groep vergeten gehandicapten.

bottom of page